Pulptrein
(Hoe kaap ik een pendeltrein in Belgie)
"Het schitterende debuut van Subtilio in het 'hardcore-violence'-genre !
De auteur schrikt er niet voor terug humor, filosofie en zwaar geweldadige
passages te doen afwisselen in sneltreinvaart ! Lees en ervaar 'pulptrein'
Hoofdstuk I : Terreur à Grande Vitesse
Johan had de trein best willen laten voor wat ie was. Hij had best met de auto willen blijven rijden. Maar het was anders uitgedraaid. Anders dan hij gewild had. Eigenlijk hadden ze hem gedwongen, dacht hij. Met hun wegenbelastingen en hun taksen hadden ze hem weer de trein op gegooid. Iedere ochtend verzuchtte hij hoe hij de greep op zijn leven onbewust ergens was kwijtgespeeld. Alsof hij had zitten kaarten en plots besefte helemaal geen kaarten meer in zijn handen te hebben. Thuisgekomen, 's avonds laat, bedacht hij hoe hij niet alleen kon zijn. Er moesten er toch al gauw achthonderdduizend in zijn situatie zijn. Achthonderdduizend die dagelijks tegen hun zin naar de metropool spoorden en hun auto stilletjes lieten wegrotten in de garage. Achthonderdduizend die zich dagelijks ergerden aan de muffe zweetgeur, de fletse c&a kleuren, de stompzinnige conversaties. Maar misschien was hij de enige in dat legioen die het 's nachts niet van zich af kon schudden. Misschien was hij de enige bij wie de geur nog nabrandde in zijn neusvleugels als hij onder het flauwe licht van de televisie at.
Terwijl de irritatie bij Johan begon te groeien, groeide de zin om er iets tegen te doen. De zevendertigste ochtend nam hij het besluit om zijn oude walkman mee te nemen op de trein. Liever Henry Rollins zijn gekrijs dan die kerel van 'administratie pensioenregeling' horen filosoferen over de besparingen in de kantine. De kerel heette Raeymaekers had Johan opgevangen. Raeymaekers was het prototype van de ambtenaar, die ook 's avonds en 's nachts ambtenaar bleef. Johan kon zich voorstellen dat Raeymaekers' vrouw iedere nacht een groen, wit en rood formulier moest invullen om haar sexueel-verwaarloosde lichaam naast het zijne te leggen. Als ie al een vrouw had, hij kon zich niet voorstellen dat Raeymaekers ooit op de versiertoer was geweest. Johan vond het soms een genot om de kerel te horen zeiken tegen de rest van zijn gezelschap. Volgens Raeymaekers waren de tassen in de kantine van een minderwaardige kwaliteit en had hij bij het vakbondsfront gepleit voor een compensatie in de vorm van 'kwaliteit A'-dessertlepeltjes. De laatste zes weken had Raeymaekers zich als gevolg hiervan verdiept in een effectenstudie en budgettaire vergelijking van soorten koffie en theelepeltjes. Eind van het kwartaal zou hij verslag uit brengen. Johan vond dat de rest van de passagiers duidelijk niet geinteresseerd was en die desinteresse ook duidelijk probeerde te maken. Zijn overbuurvrouw, mevrouw Cosijns, liet de hele tijd een tijdschrift halfopen liggen alsof ze wou beginnen lezen. De uitdrukking op haar gezicht liet er geen twijfel over bestaan; 'ik moet dit lezen anders ga ik mijn ondergang tegenmoet' stond op haar oude gezicht te lezen; helaas dat was buiten Raeymaekers gerekend..De dessertlepeltjes waren ingedeeld in bolling van lepeloppervlak, had ie ontdekt. Meestal, na een tiental minuten zette Johan de walkman luider en verdween het gelepel op de achtergrond, alsof het niet bestond. Alleen Raeymakers mond bewoog nog, als een stomme buiksprekerspop. Johan zonk weg in het geschreeuw van Henry Rollins. 'The gun in mouth blues' zong ie. Niet slecht om kwart na zevenen, om wakker te worden. Een kwartiertje later groeide meestal de behoefte aan wat stilte, wat natuurlijk niet te vinden was op een overvolle trein. Op de rokersafdeling misschien. Maar die zat dan zo vol neuroten, dat de stilte er paranoide vormen aannam. Gelukkig kwam de trein meestal een goede drie minuten later aan.
Dikwijls was het in de late middag haasten om hetzelfde scenario te ontwijken. Maar Johan voelde de irritatie groeien. Ondanks alle oppervlakkige middeltjes om het te maskeren. Op een ochtend zou zelfs Henry's brulboei overstelpd worden door Raeymaekers stille geklaag. Ze hebben het op me voorzien, dacht hij 's avonds voor de televisie. Ze willen dat ik me zorgen begin te maken over theelepeltjes en budgettaire deficitcoefficienten. Hij nam de afstandsbediening en probeerde zijn gedachten op vrolijker dingen te krijgen. Op VT4 was er een goede film met Richard Gere had hij opgevangen.
'Gaat het een beetje ?' Saskia was erbij komen zitten. Ze was sinds enkele jaren een van Johans beste vriendinnen en ze kwam geregeld binnenvallen terwijl hij voor de televisie zat te suffen. Saskia studeerde nog en Johan had geen enkel idee waarom ze eigenlijk niet achter haar boeken zat te zuchten. Saskia wist dat hij geen vragen stelde over haar studies en kon dat op sommige momenten wel waarderen. Sommige ook niet, maar nu, zo dicht bij de examens maar al te graag. Ze had behoefte aan wat zeveren.
'Moe, eigenlijk te moe om zelfs een film op VT4 te volgen.' Johan schakelde de kleuren wat meer de psychedelische kant op. Richard Gere begon wat op een overhitte ovenplaat te lijken. Eigenlijk best een grappig zicht. 'Red Richard' grijnsde hij.
'Richard Gere is wel een knappe gast.' Saskia zuchtte, ze had wel wat anders aan haar hoofd. Ze moest nog de cursus 'Biologische Systemen II' opendoen.
….The intermit…work in progress…
Enfin, het was nooit goed en dus besloot Johan op een stralende decembermorgen, zijn vaste trein (7.57 u) te kapen. Nu, dat was geen plotse inval, moest ie bekennen. Hij zat al met plannen rond maart om Meneer Raeymakers het zwijgen op te leggen. Maar in april waren daar dan nog Mevrouw Cosijns, Meneer Debuys en Meneer Puystjes bijgekomen.
Zodat de plannen wat in de war werden gestuurd. Soit, tegen december had Johan reeds een lijst van 58 mensen die hij liever onder de zoden zag dan naast zich op de trein. Het leek tijd om het groter aan te pakken en meteen de hele trein naar de vergetelheid te sleuren. Maar Johan zag het niet zitten om zoiets lafs als een bom te leggen tussen Erps-Kwerps en Haren-Zuid. Hij wou (en dan vooral Raeymakers) hun gezichten zien voor ie er een gat in schoot. Hij wist dat zijn plan niet makkelijk te verwezenlijken zou zijn, op zo'n trein zit al makkelijk 500 man, verspreid over een twintigtal wagons. Alleen zou ie het nooit kunnen klaren, maar mensen vinden voor zo'n waanzinnig knappe onderneming was niet aan besteed.aan Johan. De eerste stap was een plan. Na veelvuldig gepalaver met zichzelf besloot hij deze theoretische fase over te slaan.
(NOOT : Ik had een haat relatie ontwikkeld met alles dat
naar theorie rook. Op het proces later beschuldigde ik
mijn professor sociologie ervan me een verkeerd inzicht
gegeven te hebben in de materie van intermenselijke
relaties en zo gefaald te hebben in onze maatschappij.)
De volgende stap in mijn briljante onderneming was het aankopen van een blitz en handig doch voldoende groot falus-like gun. Kwestie van tegelijk trendy en dreigend over te komen. In de wapenzaak die ik selecteerde was het wachten geblazen, iedereen kwam voor suffe spullen als
sportkogels en kleiduiven. Toen ik alleen was in de winkel nam ik de jonge verkoopster apart.
IK : 'Ik wil een pistool, genre pulp fiction/reservoir dogs..
enfin, een soort seventies 'blow your brains out'
achtig ding...en 58 kogels of nee...maal twee voor de
zekerheid, dus...116 kogels.'
Zij : 'Meneer, heeft u een vergunning om een pistool
te kopen...u lijkt me eerder een filmfreak,
kan u niet beter een replica kopen van de
desgewenste pistolen ?'
IK : 'Nope...ik wil the real thing...ik ga toch ook geen
opblaaspop kopen als ik een echte vrouw thuis heb
wachten ?'
Zij: 'Ik zou het niet weten, meneer...nu ja, mag ik
uw vergunning zien ?'
IK : 'Heb ik niet. Zal ik waarschijnlijk ook nooit hebben,
dus sorry, maar mag ik nu uw voorraad zien ?'
Zij : 'Meneer, mag ik u verzoeken de zaak te
verlaten ?'
IK : 'Dat mag u, maar of ik het zal doen en wat de gevolgen
zullen zijn van zulk een verzoek kan ik u niet beloven
dat ze volledig zullen beantwoorden aan uw desgewenst
verzoek...'
zij : 'U...'
IK : 'Ik bedoel dat ik deze kristallen asbak hier zal nemen
en in uw mooi gezicht zal moeten slaan. Ik kan u niet
verzekeren dat uw sociaal leven...hoe oud bent u ?'
verkoopster : 'euh...25..ik doe hier maar een interim..'
IK : '25...hmmm, belangrijke leeftijd he...uitgaan, binden,
vast werk zoeken...enfin, allemaal dingen waarvoor
een normaal gezicht redelijk tot onontbeerbaar zijn.
Denkt u niet ?'
Stilte...
IK : 'Ik zal u lichtjes bewusteloosslaan, kan u nog wat held
spelen in 'het laatste nieuws'...ok, draai u om...'
(Bijgevoegd politieverslag : de reconstructie van deze 'dialoog' is slechts gedeeltelijk betrouwbaar daar de verkoopster A.C. weigerde haar medewerking te verlenen en beschuldigde T.V. voortdurend onder invloed leek tijdens de reconstructie aldaar uitgevoerd 12/06 l.l.
Bijgevoegd medisch verslag : reactie op politieverslag 'reconstructie' : de beschuldigde T.V. is niet onder invloed van narcotica noch alocohol. De schijnbare 'dronkenschap' wordt veroorzaakt door
Aputeen-AVX, een chemische substantie die vrijkomt bij hevige/'positieve' herinneringen en de persoon in een verhoogde staat van euforie brengen.)
Soit, eenmaal het al dan niet onschuldig meisje neergeslagen ging ik aan de slag. Eigenlijk was het mijn eerste keer in een wapenwinkel, laat staan dat ik wist welk pistool voor welk doeleinde diende. Veel tijd had ik ook al niet, elk moment kon de een of andere kleiduifschieter binnenkomen.
Ik besloot om zoveel mogelijk schiettuig en kogels bijeen te grabbelen als ik kon. Daarom had ik een van die cera-sporttassen mee die je wel eens krijgt bij het openen van een rekening aldaar. Even speelde ik met het idee om met die sporttas het plaatselijke cerakantoor binnen te wandelen en
er zo'n mustang of weston uit te trekken schreeuwend 'okee, fuckers, ik sluit al jullie lopende rekeningen af'. Maar ja, het leek me interessanter om even te wachten met zulke spelletjes. Eerst die trein...focussen, focussen...
(NOOT : focussen was een van mijn grote tekortkomingen
volgens de anderen. Maar zoals u weet is de mening van
de anderen even belangrijk als de rol van Helmut Lotti
in de geschiedenis van de klassieke muziek...het is wat
je erzelf van maakt dus. Je kan Lotti's gekweel beter
en dieper vinden dan Beethovens negende en voor normaal
versleten worden. Maar voor mij kan de mening van Lotti
en de anderen me verticaal en horizontaal aan de reet
roesten. Soit, niet kunnen focussen, zoals u in deze
geschriften ook al merkt : een tekort, maar ook een gave
(voor mij dan).)
Thuisgekomen bleek ik dus een hele hoeveelheid aan schiettuig te hebben. Na enige tijd wist ik welk gun het beste bij me paste. Het was een Magnum 7X7, echt iets dat niet zou misstaan in Reservoir Dogs II. Ik had meteen zin om de trein op te stappen en aan mijn grote perforatie operatie te
beginnen. Maar nee, ik moest afwachten, anticiperen voor ik aan het echte werk zou beginnen. Er waren nog een paar dingen die moesten geregeld worden. Mijn mission moest een naam hebben. Ik twijfelde tussen 'operatie ik kan u nie hebben' en 'operatie ik hou van iedereen op een paar
uitzonderingen na die ik nu maar meteen de tweede klasse uitschiet'. Zware twijfel tussen OIKUNH (operatie ojkun) en OIHVIOEPUNDINMMDTKU. Tja, ik vond ze niet bekken, geen van beide eigenlijk. Dus ik besloot deze fase even uit te stellen.
(NOOT : uittreksel uit interview afgenomen 11/07 l.l. tussen
psycholoog A.De Keyser en beschuldigde T.V.
P : Kan u iets vertellen over uw jeugd ?
TV : Wat wil u weten en wat verstaat u onder jeugd ?
P : Wat het eerste is dat u te binnen schiet voor uw 18.
TV : We moesten in de school ooit is een lijstje maken.
P : Lijstje ?
TV : We moesten dingen opschrijven die we niet konden
uitstaan bij anderen. De meesten raakten niet verder
dan vijf of zes dingen. Ik zat na tien minuten aan
tachtig.
's Nachts droomde ik van meneer Raeymaekers. We treinden onze dodenweg naar Brussel en zaten tegenover elkaar. Hij las zijn laatste nieuws, zwoegend op een oersimpel kruiswoordraadsel. Het zweet parelde van zijn voorhoofd. Bij ieder druppeltje leken er hersencellen te verdwijnen uit
zijn geblokte gebrilde hoofd. Plots keek hij op. 'Excuseer meneer, weet u een ander woord
voor 'slecht ? Het heeft vier letters' ratelde hij op zijn ambtenarentoontje. 'Ik' antwoordde ik. Raeymakers keek met een frons 'Dat zijn twee letters, meneer.'. 'Dan is het laatste nieuws niet op de hoogte van me.' zei ik. Raeymaekers was al terug in zijn krant gedoken, hij probeerde op de meest
zielige wijze nonchalance voor te wenden. Ik zipte mijn tas open en haalde er mijn AFX longriffle uit.
Een falussymbool zonder weerga, meer dan eender welke ferrari of testastoronessa. Zonder snelheidsbeperking, eenrichtingsverkeer richting victim. Traag bracht ik het metalen ding in
de buurt van zijn leesbaar vodje. Even wachtte ik, de anticipatie groeide en ik besloot even te wachten, te genieten van dit moment van macht dat over me heen daalde. Ik was Damocles
en had een zwaard van lood, Raeymaekers zou sterven, de weg naar de ambtenarenhel lag open. Eeuwig C4's uitdelend aan de gefrustreerde engelen zonder job. Niemand was nog goed
op planeet aarde, corrupt en rot als mispels. Onbekeerbaar verklaard was deze planeet en Damocles had vrij spel. 'Ik denk dat ik het weet' zei ik. Raeymaekers zuchtte en keek niet op van zijn rolletje wc-papier. 'U hoeft me niet te helpen meneer, ik behelp mezelf wel zo.'
Een knal, een vlam. Raeymaekers lag op de grond, zijn kruis bloedde. Hij hield zijn handen ervoor, alsof dat het bloeden zou stelpen. Hij moest wat afgezweet hebben, zo dom had ik hem niet verwacht. Het was wel een grappig toeval dat ik hem net daar geraakt had. Een plek die hij waarschijnlijk al jaren vergeten was. 'Ik wou je maar even in herinnering brengen dat er daar iets hangt, nu ja, hing.' Humor, altijd belangrijk in noodsituaties had ik ooit is gelezen in een boekje.
'Argh ah' sputterde Raeymaekers, hij bloedde ook al uit zijn mond. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dacht ik terwijl ik op Raeymaekers zijn handen ging staan. 'Stop, ik zal u alles geven.' krijste hij, zijn stembanden waren strakker dan ooit en zijn stem was enkele octaven naar
boven geklommen. Hij deed me denken aan mijn moeder, Nancy Reagan in een aflevering van boer tot tuinder. 'Hoe kan je me alles geven, je hebt niets, je kan geen aanspraak maken op alles.' zei ik, terwijl ik de aangerichte schade opmeette. Raeymaekers broek was waarschijnlijk wel
onbruikbaar voor verder gebruik, het bloed bleef graag in zijn buurt en had besloten te blijven kleven op het kaki uniformpje. 'Geld...geld, ik geef u alles, spaar me.' kermde Raeymaekers.
'Denk je nu echt dat ik dit doe om geld ? Als ik geld zou willen was ik al lang afgestudeerd op een of ander college. Ik zou al jaren in je zakken zitten, zonder dat je het beseft.' Ik kwam op dreef, maar het had geen zin, Raeymaekers zou het toch niet snappen.
'Spaar me.' Het toontje waarop Raeymaekers medelijden afdwong begon me te vervelen. Ik wou er snel een einde aan maken, maar nee, het ging allemaal zo snel dan gaan. Te snel, ik wou wat meer voorspel. 'Kijk, als je 'spaar me' 50 keer op een minuut kan zeggen, zal ik je sparen, goed ?'. Ik zette me weer neer terwijl Raeymaekers aan zijn litanie begon. Wist hij veel dat ik hem zowieso zou neerknallen, ook al kon hij het 500 maal op een minuut reciteren, een pirouette met dubbele schroef uitvoerend terwijl. Ik wou hem wat laten clownen voor hij de C4-hemel tegenmoet ging. Altijd wel een videoopname waard dacht ik, shit, zou funniest homvideo's dit uitzenden, grinnikte ik, Bart Vanden-
bossche zou het wel leuk kunnen nasynchroniseren. 'Spaar me, spaar me, spaar me...' Raeymakers was op dreef nu. Mochten er kinderen voorbij komen, ze zouden hem in een spaarvarken wurmen, zoveel nadruk legde hij op het begrip sparen. Zeker een gevolg van zijn jaren trouwe dienst voor varkenskrediet.
'Vijftig !' krijste Raeymaekers 'Vijftig !' alsof ik hem nu zou genade verlenen. 'Dat heb je goed gedaan.' Raeymaekers kijkt me aan vanuit een extreem kikkerperspectief dacht ik. Ik kan
hem bijna alles, nee, alles vragen nu. Maar ik had geen zin meer om te spelen, ik wou wat meer van het harde spul. Ik richtte mijn metalen pijp richting knieschijf. Terwijl de kogel het gebeente verpulverde en de brokken in het rond vlogen, hoorde ik Raeymaekers schreeuwen, het was puur.
Zelden hoor je in een tv-film zo zuiver pijn uitgeschreeuwd worden, hier kon geen Robert de Niro aan tippen. Van Raeymaekers schoot niet veel meer over en ik besloot hem een passende uitvaart te geven. We naderden Brussel-Noord en ik wou de andere pendelaars wat brood en spelen geven voor ze aan hun zware taak zouden beginnen. Ik opende het raampje van de gecapitoneerde treincel en hing Raeymaekers in al zijn schitterende zieltogendheid uit het venstertje. Zijn benen bleven binnen hangen voor het evenwicht te bewaren. We waren helaas nog niet heel dicht bij Brussel Noord en passeerden enkele palen die Raeymaekers de ranseling van zijn leven gaven. Droge knallen, pok, pok, pok, zijn lichaam schokte zwakjes van de impact. Het was een bizar schouwspel en ik
vroeg me af hoe zijn gezicht er uit moest zien. Ik sleurde hem weer naar binnen en observeerde in alle kalmte wat er overbleef van de amorfe massa dat ooit een gezicht was geweest. In het midden leek een mond 'gah' te zeggen. Maar door het broebbelen van het bloed in de mondholte leek het op
het pruttelen van een verstopte wasbak. Ik voelde me kiplekker en bedacht hoe jammer het was dat ik geen polaroid bijhad. Spijtig, ik besloot Raeymakers terug buiten te hangen. Het was beginnen regenen en de regen zou ongetwijfeld de boel enigzins duidelijker maken. Toen we Brussel Noord binnenreden viel af te leiden uit het geschreeuw dat er iets aan de hand was.
Toen werd ik wakker.
(Aantekeningen gevonden in het appartement van beschuldigde)
"Waarom zijn mijn dromen zo gewelddadig ? Ik huur de goorste
horror, maar niets evenaart wat ik in 's nachts meemaak in
mijn hoofd. Is er iets mis met me ? Of misschien juist met
me.Misschien zit geweld in ons genetisch patroon ingebakken,
maar zien we het niet meer, verdringen we het met laptops en
stropdassen. Misschien is Raeymaekers doden niet meer dan
natuurlijke selectie, zou hij het met mij doen, mocht hij
zichzelf zijn. Misschien ben ik de enige echte mens op deze
aardbol wanneer ik Damocles word. Misschien niet, misschien
is dit devolutie, maar ik zal niet in een kooi eindigen."
Vanmiddag na de droom trok ik naar het station om de treinen te zien voorbijzoeven (ic/ir) en waggelen (p). Te bedenken dat je in je hele leven hier 10.000 maal in en uitstapt. Een idiot savant zou klaarkomen van de gedachte deze materie te beheersen in honderden schema's en naar willekeur te manipuleren. Mensen tellen, vermenigvuldigen en ze uiteindelijk door een vierkantswortel sleuren moest toch al in iemand opgekomen zijn.
"Ze zullen me niet meer hebben." Ik schrok op. Naast me stond een oude vent. Hij was naast me komen staan zonder dat ik iets gemerkt had. Hij verpinkte niet en keek naar een treinstel dat zich piepend een weg baande. Hij leek op geen van de mensen die ik elke morgen tegenkwam op het perron. Zijn blik leefde. "Drieëntwintig jaar, drieëntwintig jaar hebben ze me gehad en pas dan heb ik ze gezegd wat ik ervan vond." De man keek naar me "Dat is lang he, drieëntwintig jaar.". "Het hangt ervan af hoe je het bekijkt, zeker, alles is relatief op dat vlak, sommigen vinden een one night stand al een langdurige relatie." zei ik.
"Ja..ja." de man knikte, hij keek met een blok vol haat naar de pendelaars die uitstapten "ik had het vroeger moeten doen, veel vroeger.". Ik snapte eigenlijk niet goed waar de man heen wou "wat zit je eigenlijk te klepzeiken" begon ik "ik ben niet zo een geweldige fan van mystery and confusion. Dus
als je een verkapte x-files homofiel bent met een fixatie op Mulder, die zo contact wil leggen, kan je beter je lul op de sporen gaan leggen en wachten op een sigaarvormige ufo."
De man glimlachte, een ongebruikelijke reactie, ervaring had me geleerd dat ik nu meestal een vuist richting aangezicht te verwachten had. Maar nope, noch vuist, noch verontwaardige blik kwam mijnweegs. Eigenlijk was dat wel een teleurstelling want ik wou de oude klepzeiker wel een schop in zijn scrotum verkopen, hij had zoveel keer drieentwintig gezegd, dat ik er wel drieentwintig maal wou op inschoppen, mocht hem dat een kick bezorgen.
"Jij bent een recht voor de raapse kerel, jongen." zei hij. De man begon me al wat minder te irriteren ondanks zijn jaren '50 taalgebruik en het me een raadsel was wat een kereljongen mocht zijn. Ik stelde me iets voor als Suske en vond er niet echt voldoening in. Vijftig jaar rondlopen in hetzelfde rode pulletje en die frigide witgejurkte bitch met strikje in het haar achter je. Je zou voor minder je schepper gaan haten. Enfin, een kereljongen, het gaf me niet echt een kick. Meteen vraagt hij me nog om hem uit een 'netelige situatie' te komen redden met de teletijdsmachine. 'Heb je geen zin om ze allemaal te doden ? Die railissimo's door hun rectum te schuiven." begon hij. Ik vond hem ziek.
"Elke dag." zei ik.
Enfin, om dit eerste hoofdstuk af te sluiten dat al veel te lang aansleept. Zo vond ik mijn eerste partner voor mijn fantastische onderneming. Zijn naam was Andre, een boerennaam maar hij viel best mee.
Op naar hoofdstuk II ! 'Op Bekende Vlamingen-jacht'